5 april 2024
Tijdens mijn avonddienst kom ik bij een patiënt die twee dagen geleden een nieuwe mitralisklep heeft gekregen via een sternotomie. Ik hoor dat hij uit Limburg komt, uit Weert vertelt hij.
Mijn familie uit Roermond. We raken in gesprek over onze herinneringen aan Limburg en natuurlijk over de échte Limburgse vlaai. Ik vertel over de Limburgse vlaai vroeger bij mijn Omi en we zijn het eens dat geen enkele supermarkt of bakker hier kan tippen aan échte Limburgse vlaai. Glimlachend en denkend aan het gesprek en de mooie herinneringen zet ik mijn werk voort.
Later die avond zie ik bij mijn patiënt een pauze van enkele seconden op de telemetrie. Ik haast me naar zijn kamer waar hij rustig op bed zit als ik binnenkom. Ik vertel hem ik heb gezien, vraag klachten uit en doorloop alle noodzakelijke stappen in zo’n situatie. De arts wordt direct gewaarschuwd. De pauzes op de telemetrie nemen toe en dan volgt een bradycardie ca. 40/min. en atriumfibrilleren >160/min. Gelukkig hebben ze na de operatie tijdelijk externe pacemakerpolen achtergelaten. Er wordt besloten om hem aan te sluiten op de externe pacemaker. Ritme- en geleidingsstoornissen komen helaas regelmatig voor als complicatie na klepchirurgie.
De volgende dag kom ik bij mijn patiënt. Hij haalt hij een bakje echte Limburgse vlaai uit zijn tas, speciaal meegebracht door zijn familie. Hij vraagt of ik tijd heb om deze samen te eten. Een bijzonder gebaar van dankbaarheid en waardering van deze patiënt, dat vind ik heel mooi. Het geeft mij een kick en een voldaan gevoel dat je zo’n belangrijke rol kan spelen in de kwetsbare situatie waarin de patiënt zich begeeft. Zo zorgen wij samen met de patiënt voor een zo goed mogelijk herstel.