Bianca

Operatieassistent OK-IC Centrum

Een ontspannen sfeer op de OK vind ik belangrijk. Zodat iedereen het beste uit zichzelf kan halen.  In het belang van de patiënt.

 

Ze was nog geen achttien jaar, toen ze rechtstreeks van de havo bij het St. Antonius Ziekenhuis binnenkwam. Of zoals Bianca zelf lachend zegt: “Ik was nog zo groen als gras.” Inmiddels mag je wel stellen dat ze een routinier is op de operatiekamer. Na haar opleiding kreeg ze al vrij snel de eindverantwoordelijkheid over de combinatie Urologie en KNO. “Ik denk dat ik een van de jongste operatieassistentes ooit was, die hiervoor in aanmerking kwam.” Toen die twee specialismen groter werden en afzonderlijk verder gingen, werd Bianca coördinator Urologie. In 2011 kwam er een nieuwe uitdaging op haar pad, namelijk het opzetten van een mentorfunctie voor operatieassistenten in opleiding. Iets waar ze zich vol overgave op stortte. Misschien ook wel omdat haar eigen praktijkbegeleider, Pien, destijds zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in haar ontwikkeling als operatieassistent. “Ik wil een soort ‘Pien’ zijn voor de studenten van nu. Ook het betrokken zijn bij de opleiding en het ontwikkelen van lessen, vind ik ontzettend leuk.”

Kon je dit allemaal goed combineren?

“Toen ik gevraagd werd als mentor, ben ik gestopt met mijn coördinerende rol voor Urologie. Wel bleef ik specialismedeskundige en plaatsvervangend coördinator. Momenteel werken we trouwens niet meer met één persoon die de eindverantwoordelijkheid heeft. Het is veel meer een ‘team effort’ geworden. Dat past ook beter bij ons team. Samen regelen we alles rondom ons specialisme. Die verschuiving vraagt wel om een nieuwe mind-set en een andere manier van werken. Hoe we dat precies gaan vormgeven staat nog niet vast. Dat is het mooie van werken in het St. Antonius, die vrijheid is er gewoon. Samen willen we de best mogelijke zorg voor onze patiënten. Als je ziet dat iets beter kan, dan maak je je daar hard voor. Dat kan, omdat de sfeer goed is en er altijd ruimte is voor verbetering. We hebben een leuk en hecht team en staan altijd voor elkaar klaar.”

Hoe ziet een gemiddelde werkdag er voor jou uit?

“Als ik op de OK sta, dan begint mijn werkdag eigenlijk al thuis. Zodra de wekker gaat, bedenk ik wat ik die dag moet doen en met wie ik dienst heb. Onderweg in de auto loop ik in mijn hoofd alles na: ‘wat moet ik straks controleren, waar moet ik aan denken?’ Als ik binnenkom, dan is het eerste wat ik doe op het digitale planningsbord kijken om te zien of er niets veranderd is. Op de OK leg ik alvast alle spullen klaar, zodat we straks – als de eerste patiënt er is – meteen kunnen beginnen. Om 07.50 uur is het tijd voor een kort ochtendoverleg. Vervolgens ga ik naar de OK, waar we met het team de ingrepen van die dag doornemen. Om 08.00 uur komt de eerste patiënt en kunnen we aan de slag. De ene keer sta ik steriel aan de operatietafel en een andere keer ben ik ‘omloop’, zoals dat heet. Dan sluit ik apparatuur aan en begeleid en coach ik studenten. Of ik ondersteun bij het gebruik van de operatierobot. Tussen de operaties door zorg ik ervoor dat de OK weer netjes aangevuld wordt. Verder geef ik feedback aan studenten en registreer ik hun vorderingen.”

Wanneer ga jij met een goed gevoel naar huis?

“Als alles goed is verlopen en ik van de studenten hoor dat ze veel hebben kunnen leren in een ontspannen sfeer. Een ontspannen sfeer op de OK vind ik sowieso belangrijk. Voor de studenten én voor de arts die de operatie uitvoert. Hij of zij moet erop kunnen vertrouwen dat ik alles onder controle heb. Dat vraagt niet alleen om een goede voorbereiding en kennis, maar ook om psychologisch inzicht. Ik stem mijn manier van werken altijd af op het team waarmee ik op de OK sta. Om zo een sfeer te creëren waarin iedereen zich goed voelt en het beste uit zichzelf kan halen. Daarnaast kijk ik altijd naar wat het beste is voor de patiënt. Zo hebben we twee operatierobotten die ons ondersteunen bij precisiewerk. Als ik weet dat een bepaalde ingreep beter met de andere robot uitgevoerd kan worden, dan stel ik dat voor. Dat kost mij wel meer werk, omdat de operatie dan naar een andere OK verplaatst moet worden, maar uiteindelijk komt dat ten goede van de patiënt.”

Wat merk jij van innovatie in je vak?

“Het gebruik van de operatierobot is daar een goed voorbeeld van. We beschikken over de nieuwste versie robot, die geschikt is voor hoog-complexe operaties. Met die robot kunnen minuscule bewegingen uitgevoerd worden en bewegingen gemaakt worden die een menselijke hand niet kan maken. Hierdoor kunnen we sneller werken. De patiënt heeft bovendien minder last van napijn en herstelt sneller. Ook voor operatieassistenten zijn dit interessante ontwikkelingen, dit soort technologieën zijn toch de toekomst. Dat maakt het werken in het St. Antonius zo boeiend. Als operatieassistent krijg je hier de kans om heel veel facetten van het vak te leren kennen. Behalve hersen- en donoroperaties, worden hier alle soorten operaties uitgevoerd in een complexe setting met geavanceerde technologie. Je krijgt bovendien veel ruimte om te ontdekken waar je interesses liggen en jezelf te ontwikkelen.”

Mijn vacatures