Thuis voelt hij zich een last voor zijn jonge kinderen.

9 augustus 2024

Als teamhoofd draai ik regelmatig een dag mee met onze verpleegkundigen om te zien hoe het gaat op de afdeling. Ik heb mijzelf ingepland op een rustige dienst, maar al snel word ik door de drukte volop ingezet. Er is namelijk een opname gepland tijdens een groepsmoment. De verpleegkundige begeleidt de groepssessie en ik neem de opname voor mijn rekening.

De opname betreft een man van begin veertig. Hij heeft zijn kamer al gevonden en zit al een kwartier te wachten in de woonkamer. Hij is keurig gekleed, zijn haar netjes in model en strak geschoren. Toch voel ik dat er iets niet klopt. Hij houdt zijn nette jas aan, zijn ogen ontwijken mijn blik, zijn voorhoofd is bezweet en hij wiebelt onrustig op de bank. Met snel op elkaar volgende woorden vertelt hij dat hij hier eigenlijk niet wil zijn. Thuis voelt hij zich een last voor zijn jonge kinderen, en dat is nog erger.

Hoe meer hij praat en vertelt over zijn leven, zijn uitdagingen en zijn wensen, hoe meer ik overtuigd raak dat hij een zeer intelligente man is. Hij is niet typisch depressief of verward, maar zijn wanhoop is voelbaar. Zijn fysieke beperkingen belemmeren hem in zijn dagelijks leven en lijken ongeneeslijk. De wanhoop drijft hem tot gedachten waar hij niet aan wil toegeven, maar doorgaan wordt steeds zwaarder.

Ik heb enorm met hem te doen. Zijn strijd kan ik niet voor hem winnen of de last van hem overnemen. Het enige wat ik voor hem kan doen, is naar hem luisteren, zijn emoties helpen verwoorden en hem steun bieden. 

 

Jouw ideale vacature nog niet gevonden?

Maak een Job alert aan

Top