29 augustus 2024
De stilte van de nacht wordt doorbroken door de bel van kamer 7.
Het is 01:35 uur, de late dienst had me al gewaarschuwd: deze dame is een slechte slaper en je kan beter tijdig slaapmedicatie aanbieden. Mevrouw wil naar het toilet en heeft om hulp gevraagd, maar doet het liefst zoveel mogelijk zelf. Terwijl ze haar sokken probeert aan te trekken, zie ik dat het niet goed lukt en bied ik mijn hulp aan. Dat vindt ze fijn.
Met behulp van haar rollator staat ze op en samen lopen we naar de badkamer, waar ze vrijwel alles zelfstandig doet. Terug in haar bed zegt ze ineens: "Tja, ik zat dus ergens over te denken."
Oh jee, een piekeraar, schiet door mijn gedachten. Zou ik haar kunnen helpen om haar hoofd leeg te krijgen?
“Nou,” vervolgt ze rustig, “je hebt dus zomer… herfst… winter… en lente, klopt dat?” "Ja," antwoord ik, "dat klopt inderdaad, daar heb ik niets aan toe te voegen." Met een opgelichte blik kijkt ze me aan..
"Mooi," zegt ze, "dan had ik het toch goed." Tevreden nestelt ze zich in bed. "Welterusten, ik ga heerlijk slapen."